Ga naar de inhoud

Thema Planten bomen

Download Planten bomen
Planten bomen

In het bos bedruipen bomen zichzelf; ze hebben geen mensen nodig. In de buurt van woningen of andere bouwwerken is dat anders. Daar wordt vooraf nagedacht waar welke boom het beste kan staan. En als de bomen eenmaal zijn geplant, hebben ze onderhoud nodig.

In onze informatiebladen leggen we uit hoe we met bomen omgaan in onze steden en dorpen: hoe wordt bepaald waar welke bomen kunnen groeien? Hoe en waarom worden bomen gesnoeid of gekapt? Voor de duidelijkheid: we hebben het niet over die ene boom bij jou in de achtertuin, maar over de bomen in de straat en op andere plekken in het openbaar gebied: de bomen waarvoor de gemeente in de regel verantwoordelijk is.

Bomen in de stad komen er niet vanzelf: ze worden geplant. In dit informatieblad leggen we uit hoe dat in zijn werk gaat. Wil je meer weten? Raadpleeg dan onze Kennisbank.

Het is een drukke bedoening in onze openbare ruimte: overal zijn wegen, fietspaden, parkeerplaatsen, lantaarnpalen. In de grond zitten heel veel kabels en leidingen en het lijkt soms wel of alles door elkaar heen loopt. Het vergt een hoop gepuzzel om alles te laten passen. Sommige bomen worden wel twintig meter hoog en twin­tig meter breed en ook de boomwortels hebben onder de grond veel ruimte nodig. Bomen moe­ten ook niet te dicht op elkaar staan of te dicht naast een huis.

Het is dus belangrijk om vooraf goed te kijken of dat allemaal wel past. Een goed bomenontwerp laat zien op welke plek­ken bomen kunnen uitgroeien tot volwassen exemplaren, rekening houdend met alle andere belangen. Zo’n ontwerp kent een eindbeeld: plaatjes die laten zien hoe groot de bomen worden en hoeveel ruimte ze nodig hebben, zowel onder als boven de grond. Gelukkig zijn er heel veel boomsoorten om uit te kiezen, zodat er altijd wel één is die past.

NB0322 Dwarsprofiel

In steden en dorpen is de grond door bouw­ werkzaamheden vaak stevig in elkaar gedrukt. Willen we daar bomen laten groeien, dan moeten we eerst zorgen voor goede en ruime groeiplaatsen waarin de wortels van bomen goed kunnen groeien. Dat doen we bijvoor­beeld door gebruik te maken van speciale bomengrond of bomenzand. Zo kunnen jonge bomen ook in een omgeving met veel wegen, woningen en andere gebouwen uitgroeien tot grote, gezonde exemplaren.

De bomen die worden aangeplant volgens het bomenontwerp komen van een boomkwekerij. Daar groeien ze uit tot ze groot en sterk genoeg zijn om een plekje te krijgen in onze straten en parken. Op de kwekerijen is er een keuze uit enorm veel soorten en maten bomen. Bomen die klein blijven om aan te planten in smalle woon­straatjes. Bomen die enorm groot worden voor parken en lanen. Maar ook speciale bomen die voedsel geven, zoals noten en fruit voor in een voedselbos. En bomen die bloeien voor een voor­jaarsgevoel in de lente. Afwisseling van soorten en maten in bomen in straten en lanen geeft een fraai beeld in alle seizoenen. Soms worden bomen die al in de stad staan, verplant zodat ze elders verder kunnen groeien. Als dat gebeurt, vindt eerst een onderzoek plaats om te kijken of en hoe het verplanten goed kan worden uitgevoerd. Het verplanten van een oudere boom is namelijk niet eenvoudig en lang niet altijd zomaar mogelijk.

Om bomen te planten is een ruim plantgat nodig: een gat dat groot genoeg is voor de hele wortel­kluit. De bomen mogen echter niet te diep worden geplant en niet met de wortels in het (grond) water staan. De bodem mag ook niet bevroren of te nat zijn. Daarom gebeurt het planten of ver­planten van bomen in het najaar of het (vroege) voorjaar. Dit is de periode dat bomen nog geen nieuwe bladeren hebben. Die bladeren ver­dampen namelijk vocht en dat kan pas als de wortels van de boom vocht op kunnen nemen uit de bodem. De wortels hebben na het planten dus even tijd nodig om op de nieuwe plek aan te groeien. Nadat de boom is geplant, wordt deze tijdelijk vastgezet, bijvoorbeeld met twee boom­palen. Dat voorkomt dat de boom makkelijk omwaait. De boom krijgt dan de kans om met zijn wortels goed vast te groeien in de bodem.

Bomen die net zijn geplant of verplant hebben nazorg nodig. De eerste jaren moeten ze regel­matig water krijgen, zeker als het langere perioden droog is. Te veel water geven is overigens ook niet goed. De nazorg is dus een taak voor mensen die er verstand van hebben en aan de boom zien wat er nodig is. Zie je dat pas geplante of verplante bomen niet goed in het blad staan en bijvoorbeeld langzaam geel of bruin verkleuren? Vraag dan bij de gemeente na of de bomen wel voldoende aandacht krijgen.

In het Handboek Bomen staat waaraan een goed bomenontwerp moet voldoen. Je kunt dit Handboek Bomen inzien in de Kennisbank en bij de gemeente nagaan of er met dit handboek wordt gewerkt.

Special voor kinderen maakten we Handboek Bomen Junior Planten Bomen. In dit boekje wordt op speelse en eenvoudige wijze uitgelegd hoe bomen geplant wordenKlik hier om het boekje te downloaden

Terug naar overzicht